Blog Elise van de Putte

Ansichtkaart met opdracht

Ineens lag daar een ansichtkaart op m’n deurmat. Jaren geleden. Door mezelf geschreven, en opgestuurd door de workshopleider bij wie ik een aantal maanden daarvoor een workshop had gevolgd. We kregen de vraag om een kaartje te schrijven met daarop een opdracht voor onszelf. Op dat kaartje schreef ik: Praat altijd apart met kinderen.

Daarmee gaf ik mezelf de opdracht om in mijn praktijk als kinderarts kinderen ook altijd los van hun ouders te spreken – uiteraard als het kind in kwestie daarvoor oud genoeg is. Naast dat kinderen het vaak fijn vinden dat je als arts met ze praat, kan het ook informatie opleveren die je in bijzijn van de ouders niet krijgt. Over nare dingen thuis, bijvoorbeeld. Je spreekt dan kinderen die binnenkomen met chronische vermoeidheidsklachten of aanhoudende buikpijn, en die je dan bij doorvragen ineens dingen vertellen die je niet had verwacht.

Je kunt jezelf als dokter voor de gek houden en denken dat je intuïtie je wel vertelt dat een kind mogelijk slachtoffer is van kindermishandeling, maar zo werkt het niet. Je intuïtie is niet feilloos en daarom moet praten met kinderen onderdeel zijn van je werkwijze als arts. Je zult zien dat er dan soms ineens een onthulling komt.

Zo ook bij het twaalfjarige meisje dat ik ooit apart nam. Samen met haar vader kwam ze bij me vanwege chronische vermoeidheid, en het was aan mij om te onderzoeken waar dat vandaan zou kunnen komen. Toen ik alleen met het meisje was vroeg ik haar of ze wel eens vervelende dingen had meegemaakt – die vraag stel ik altijd aan kinderen. Ik geef er dan wat voorbeelden bij, heel concreet. Heb je wel eens een klap gehad? Of heb je wel eens gezien dat iemand anders een klap kreeg? Heeft iemand je ooit aangeraakt op een manier die je vervelend vond? De vraag of een kind wel eens iets naars heeft meegemaakt is te ruim; veel kinderen weten dan niet goed wat je bedoelt, en dan komen ze met een verhaal over de hamster die is overleden. Soms vertel ik dat één op de tien kinderen in Nederland vervelende dingen meemaakt, zoals ruzies thuis, waardoor ze zich niet zo lekker voelen. En dan vraag ik: heb jij wel eens zoiets meegemaakt? Als er duidelijk een blauwe plek zichtbaar is, vraag ik ernaar. Kun je daar wat over vertellen?

Het kind kan dan met zijn of haar verhaal aanhaken op wat jij vraagt en vertelt. Het meisje met chronische vermoeidheid legde zelf het verband tussen haar klachten en datgene wat er thuis gebeurde. ‘Ik denk dat het te maken heeft met dat ik thuis word geslagen door papa’, zei ze plotseling.

Zo’n onthulling voel ik in mijn hele lijf; het komt enórm binnen. Maar ik besef tegelijkertijd hoe mooi het is dat een kind jou in vertrouwen neemt. Ja, het is lastig, want je kunt er niet altijd direct iets mee, maar je moet op dat moment tóch het juiste doen. Je mag het vertrouwen van het kind niet beschamen. En dus zoek ik in dit soort gevallen samen met hem of haar naar woorden die we kunnen teruggeven aan de ouders. Hoe gaan we dit met jouw vader bespreken? Maar ook: hoe kan het in de toekomst anders? Dat het kind zelf controle houdt over de situatie is belangrijk. Neem je kinderen de controle af, dan kan dat beangstigend zijn en kunnen ze dichtklappen.

De crux is om de boodschap richting de ouders zo te brengen, dat zij zich gemotiveerd voelen om hulp te accepteren, én dat ze het kind thuis niet opnieuw of nog harder slaan. Dat betekent vooral: niet veroordelen op de persoon, maar openstaan voor het verhaal van de ander. Ouders willen namelijk uiteindelijk ook het beste voor hun kinderen. Maar soms lukt dat ze gewoon niet.

Die middag nam ik direct de tijd voor het meisje en haar vader. Ik sprak de vader in een andere kamer, en vertelde hoe zijn dochter in een loyaliteitsconflict zat en wat ze me had verteld. En dat ik het geweld zag als een verkeerd aangeleerde vaardigheid, die heel goed te veranderen is. De vader gaf aan dat hij graag hulp wilde hebben voor hem en zijn dochter, en dus verwees ik ze door naar het psychotraumacentrum in ons eigen ziekenhuis. De hulp kwam op gang en de situatie tussen het meisje en haar vader veranderde. De vader hield op met slaan en daarmee verdwenen op den duur ook de vermoeidheidsklachten van zijn dochter.

De ansichtkaart hangt nog altijd boven mijn bureau. Als reminder. Als duwtje in de rug om iedere keer weer die drempel over te stappen om tegen ouders te zeggen dat ik hun zoon of dochter graag even alleen spreek – hoe gek ze dat ook vinden.

Ik ben het aan de kinderen verplicht.

Elise van de Putte

P.s. Uiteraard staat verbale combinatie altijd in relatie tot non-verbale communicatie. Daarover in een volgende blog meer!

Elise van de Putte is een van de oprichters van het LECK, en was tot begin dit jaar voorzitter. Van de Putte is hoogleraar levensloopgeneeskunde en kinderarts sociale pediatrie. In januari 2024 gaat ze met pensioen. Tot die tijd schrijft ze blogs over haar ervaringen bij het LECK.

 

Het LECK is het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling. Het LECK is 24/7 bereikbaar voor artsen bij (een vermoeden van) kindermishandeling. Een kinder- en forensisch arts kijken mee, geven advies en duiden medische bevindingen. Bel: 0900-4445444 of kijk op: www.leck.nu.

26 oktober ’23