Het LECK stelt zo nu en dan drie vragen aan een professional die zich bezighoudt met het thema kindermishandeling. Deze keer bevragen we Iva Bicanic, klinisch psycholoog en hoofd van het Landelijk Psychotraumacentrum en het Centrum Seksueel Geweld.
Wat hebben kindermishandeling en seksueel geweld met elkaar gemeen, en waarom is aandacht voor deze thematiek zo belangrijk?
‘Seksueel geweld is een vorm van kindermishandeling, het komt net zo veel voor en is net zo schadelijk als fysiek geweld, maar er zijn ook verschillen: fysieke mishandeling is vaak zichtbaar in een gezin, seksueel misbruik gebeurt in het geheim. Daarnaast is de pleger van misbruik bang dat het kind gaat praten en geloofd wordt door de omgeving, daarom laat hij het kind zich verantwoordelijk voelen voor de seks en de gevolgen als het uitkomt. Die dynamiek is anders dan bij fysieke mishandeling. Maar het naast elkaar bestaan van misbruik en mishandeling komt ook voor.
Het is belangrijk dat we dit onderwerp snappen, om beter te kunnen reageren op kinderen die dit meemaken. Ik hoor vaak genoeg iemand roepen dat seksueel misbruik moet stoppen. Ja, een super goed idee, maar dan snap je het écht niet. Seksueel misbruik zal er altijd zijn zolang kinderen opgroeien in onveilige gezinnen. Wat we wél kunnen doen is gevoeliger worden voor dit onderwerp, en het onderwerp meer licht geven in de spreekkamer dan nu het geval is. Nu worden nog veel van deze kinderen gemist. Het valt me bijvoorbeeld op dat veel artsen zeggen dat ze nog nooit een slachtoffer in hun praktijk zijn tegengekomen. Nou, denk ik dan, statistisch gezien heb je er vandaag al twee op je spreekuur gehad. Iemand hoeft natuurlijk in eerste instantie niet voor het misbruik bij je te komen, maar komt bijvoorbeeld met eetproblemen, buikpijn of problemen met poepen. Seksueel misbruik zie je vaak letterlijk niet. En lijstjes met signalen zijn achterhaald. Sterker nog: uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van de bewezen misbruikte kinderen zelfs helemaal geen signalen laat zien.’
Heb je een tip voor artsen om deze kinderen wél te zien?
‘We moeten wat meer toe naar aandacht voor de héle patiënt, niet alleen voor de klacht. Dat vraagt wat van je als professional. Artsen zouden kinderen meer mogen vragen naar wat er allemaal met hun lijf is gebeurd. Naar de leuke dingen, maar ook naar de niet leuke dingen. Wat heeft dat lijfje doorstaan aan bijvoorbeeld operaties, schrik en pijn? Veel artsen hebben er moeite mee om dit soort vragen te stellen, maar hé, negatieve ervaringen horen gewoon bij het leven: tachtig procent van de mensen heeft een traumatische ervaring. Die vraag is dus helemaal niet zo gek. Een wees niet bang voor het antwoord. Een kind vertelt je toch alleen maar wat op dat moment voor hem of haar mogelijk is. En dat betekent in de praktijk vaak een “nee, er is niets naars met mij gebeurd”, maar als professional kun je hiermee wel iets in werking zetten. Het is heel goed mogelijk dat zo’n kind thuis tegen oma zegt: de dokter vroeg iets en dat ging over mij. Hoe gaaf is het dat je als arts zo het verschil kunt maken? Vraag dus gerust naar dat lichaam. En als er dan een vermoeden van geweld of seksueel misbruik ontstaat, weet dan dat je expertise kunt inschakelen van bijvoorbeeld het LECK of het Centrum Seksueel Geweld. De professionals daar hebben vlieguren gemaakt op dit thema – zij werken dagelijks met slachtoffers – en weten dus goed wat te doen.’
Waar komt jouw bevlogenheid voor het thema seksueel geweld eigenlijk vandaan?
‘Vanuit de kinderen die ik dagelijks zie. Hun verhalen geven reden om door te gaan. En het zijn heus niet alleen zielige verhalen, hoor. Ik ben onder de indruk van de grootmoedigheid van deze kinderen. Ze zijn niet zwak; er zit juist enorm veel kracht in ze. Steeds opnieuw vinden ze een manier om te kunnen bestaan. Zij leren me bovendien begrijpen hoe verscheurend seksueel misbruik kan zijn. De verwarring, de dubbelheid, de loyaliteit naar de pleger toe… kom daar maar eens uit in je eentje als je klein bent.
Sommige slachtoffers – ik heb trouwens een hekel aan dit woord – zijn na twintig jaar nog steeds op zoek naar heling, naar een plek waar het lichter is. En dat is het gemene van seksueel misbruik: de gevolgen kunnen je een leven lang lastigvallen. Continu vraag ik me af hoe we het onderwerp seksueel misbruik naar een volgend level kunnen brengen. Ik maak daarbij veel gebruik van social media. Door overlevers – een beter woord – bijvoorbeeld te vragen naar uitspraken die helpend zijn geweest in hun herstelproces. Daar komen dan vervolgens honderden, soms duizenden reacties op. En dan kan ik alleen maar zeggen: dankjewel! Dankjewel dat jullie de volgende generatie slachtoffers een stukje verder helpen.’
3 juni ’21