Het LECK stelt zo nu en dan drie vragen aan een professional die zich bezighoudt met het thema kindermishandeling. Deze keer bevragen we Adja Waelput. Zij is projectleider/onderzoeker sociale verloskunde in het Erasmus MC.
Wat is de link tussen geboortezorg en (kinder)mishandeling?
‘Het meemaken van geweld, vroeger of nu, kan van grote invloed zijn op de reproductieve periode. Zo hebben vrouwen die vóór of tijdens de zwangerschap slachtoffer zijn van mishandeling een verhoogd risico op schade. Schade met betrekking tot hun eigen gezondheid én met betrekking tot het ongeboren kind. Denk aan een miskraam, laag geboortegewicht of vroeggeboorte. Maar het blijft complex, want het is vaak een combinatie van factoren die elkaar (kunnen) versterken.
Ook zien we in de geboortezorg, en zeker in de JGZ, kinderen die al geboren zijn in een onveilige situatie. Kinderen die mishandeld en verwaarloosd worden en te maken hebben met onveilige hechting. De ervaring leert – en onderzoek bevestigt dat – dat kindermishandeling niet alleen bestaat uit fysiek geweld, maar ook gaat over het onthouden van zorg en welzijn. Borstvoeding geven is bijvoorbeeld dé manier om een moeder-kindrelatie op te bouwen, maar er zijn mannen die hun vrouwen dit verbieden. Want die borsten, die zijn van hen. En er zijn vrouwen die van hun man geen gebruik mogen maken van zorg. Want niemand mag zien hoe slecht het eigenlijk gaat. Deze vrouwen zeggen hun afspraken af of komen gewoonweg niet opdagen. In de verloskundigenpraktijk waar ik ooit werkte, belden we daar altijd achteraan; vragen waarom ze de afspraak zijn vergeten. Laten weten dat je ze in beeld hebt en dat je er voor ze bent.’
Hoe kunnen professionals in de geboortezorg, zoals verloskundigen, gynaecologen en kraamverzorgenden, bijdragen aan het signaleren en stoppen van kindermishandeling?
‘Allereerst gaat het om bewustwording. Iemand moet je de ogen openen, je laten zien dat het fenomeen bestaat. Want, om met de woorden van Johan Cruijff te spreken, je gaat het pas zien als je het door hebt. Toen ik in 1980 afstudeerde als verloskundige, had ik tijdens mijn opleiding helemaal niets over kindermishandeling en partnergeweld geleerd. Het was een docent van een Samen Bevallen-cursus die mij op een zwangere vrouw wees: jij weet toch wel dat zij regelmatig door de glazen voordeur wordt geslagen? Ik was geschokt. Maar toen wist ik ook: met verhalen openen we anderen de ogen. Cijfers, of abstracte uiteenzettingen van het probleem zijn niet voldoende. Het is dus belangrijk om verhalen met elkaar te blijven delen.
Wat ik verder belangrijk vind om te benoemen is dat kindermishandeling vaak onlosmakelijk is verbonden met geweld tegen vrouwen. Partnergeweld zit vaak al vóór de kindermishandeling. Vraag je dus als professional bij een vermoeden van geweld altijd af: hebben deze mensen een kinderwens, of zijn er al kinderen in huis?’
Is er een boodschap die je voor professionals in de geboortezorg hebt?
‘Ik zeg het ook altijd tegen studenten: mensen die te maken hebben met geweld zitten gewoon bij jou in de wachtkamer. Geweld is niets exotisch, maar aan de orde van de dag – ook al zie je het niet direct. Dus ken de signalen van geweld en vraag systematisch na; vraag álle zwangeren in je spreekkamer naar geweld thuis en in het verleden. Denk nooit: het zal bij deze vrouw vast niet gebeuren, dus ik vraag er maar niet naar. Op die manier ontneem je de ander de kans om over eventuele problemen thuis te praten. En nee, niet iedere mishandelde vrouw zal gelijk haar verhaal vertellen, maar door erover te beginnen laat je als professional wel blijken dat erover gesproken mág worden. Iedere professional werkzaam in de geboortezorg zou overigens naar geweldservaringen moeten vragen, van verloskundige tot kraamhulp. Herhaling is belangrijk, niet alleen omdat het geweld tijdens of na een zwangerschap van aard kan veranderen, maar ook om het voor het slachtoffer te normaliseren; hé iedereen vraagt ernaar, dus het zal wel belangrijk zijn. Hoe meer we ernaar vragen, hoe groter de kans dat er over gesproken wordt en het geweld stopt. Als professional is het bovendien van belang om je bevindingen of vermoedens met je collega’s en andere experts te bespreken. Weet bij wie je terechtkunt met je zorgen, heb je netwerk op orde en erken de deskundigheid van anderen. Je hoeft én moet zoiets niet in je eentje te doen.’
Het LECK is het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling. Het LECK is 24/7 bereikbaar voor artsen bij (een vermoeden van) kindermishandeling. Een kinder- en forensisch arts kijken mee, geven advies en duiden medische bevindingen. Bel: 0900-4445444 of kijk op: www.leck.nu.
1 febr ’22