Het LECK stelt zo nu en dan drie vragen aan een professional die zich bezighoudt met het thema kindermishandeling. Deze keer bevragen we Anita Kraak, arts Maatschappij & gezondheid, Master of Public Health en expert bij het Nederlands Jeugdinstituut. Het NJi draagt met kennis bij aan het gezond, veilig en kansrijk opgroeien van kinderen en is betrokken bij de organisatie van de Week tegen Kindermishandeling, die van 15 tot en met 21 november gehouden wordt.
Waarom is er een Week tegen Kindermishandeling en wat houdt die week in?
‘Kindermishandeling komt nog altijd te veel voor in Nederland. Het is bovendien een onderwerp waar veel taboes aan vastkleven, waardoor het onderwerp gemakkelijk onder de tafel blijft. Een jaarlijkse Week tegen Kindermishandeling helpt om het onderwerp bespreekbaar te blijven maken. We hebben tijdens deze week aandacht voor kennis, verhalen en activiteiten rondom dit thema, en vragen andere organisaties hetzelfde te doen. Ook laten we zien wat je zelf kunt doen tegen kindermishandeling. Hoe signaleer je en wat doe je vervolgens met die signalen? Hiermee geven we een duidelijke boodschap af: kindermishandeling is een thema van ons allemaal, en we kunnen allemaal bijdragen aan de oplossing. Eigenlijk zouden we het onderwerp tweeënvijftig weken per jaar onder de aandacht moeten houden, want voor de kinderen die het betreft is het ook niet alleen die ene week per jaar mis. Maar het allermooist zou zijn als deze themaweek helemaal niet meer nodig is.’
Wat is dit jaar het thema van de Week tegen Kindermishandeling en waarom?
‘Het thema dit jaar is “… dichterbij dan je denkt”. Inderdaad, met de drie puntjes vooraf. Hiermee willen we duidelijk maken dat kindermishandeling en al haar facetten dichterbij zijn dan je in eerste instantie zou vermoeden. Kindermishandeling kan in de woning naast je plaatsvinden, of bij het kind bij jou in de klas of in je spreekkamer. Dichtbij dus. Maar ook hulp kan dichtbij zijn, of een luisterend oor. We willen zaadjes planten tijdens deze week, laten zien dat jij iets kunt doen, als buurvrouw, als docent, als arts. Stel, je ziet regelmatig een jongere op jouw spreekuur met wat onduidelijke klachten. Je kunt jezelf dan steeds geruststellen en zeggen dat het wel meevalt, maar je kunt ook een keer de tijd nemen, delen wat je ziet en hoort, vragen wat je daadwerkelijk kan betekenen. Het gaat steeds weer om verbinding maken met de ander, het contact zoeken met de ouder en het kind.
Ja, we hebben allemaal onze eigen normen en waarden. Dat bepaalt soms ook wat je wel en niet oké vindt. Over kindermishandeling hebben we, soms onbewust, best een stevige mening en verschillende rationalisaties, maar het is belangrijk om je te blijven realiseren dat jouw gevoel van (on)veiligheid niet hetzelfde hoeft te zijn als dat van de ander. Belangrijk om daar met elkaar over te sparren. Zelf had ik tijdens mijn werk als arts heel vaak zo’n stemmetje in mijn hoofd: dit kan toch niet waar zijn. Waarschijnlijk was dit een soort beschermingsmechanisme. Maar zo’n stemmetje ontslaat je niet van je plicht om alert te blijven, dat wat je ziet en hoort te doorgronden, door te vragen, je eigen gedachten even opzij te zetten en de ander een helpende hand toe te steken. Het helpt niet als je ouders verwijten gaat maken of buitensluit. Bijna geen enkele ouder wil zijn of haar kind pijn doen. In gezinnen waar kindermishandeling speelt, is vaak meer aan de hand, financiële of psychische problemen bijvoorbeeld. Ouders voelen zich onmachtig en dat kan kindermishandeling tot gevolg hebben. Daarom is het goed dat ouders die hun kinderen mishandelen weten dat er iemand voor ze is, en erover durven praten. Net als kinderen zelf. Zij hebben het nodig dat iemand tegen ze zegt: het is niet jouw schuld, en je mag altijd met je verhaal naar mij of een andere volwassene toe gaan. Wij gaan samen kijken hoe het thuis weer fijner kan worden. Hele simpele acties die een groot verschil kunnen maken.’
Welke lessen, die jij als professional hebt geleerd, wil je andere professionals meegeven als het gaat om de aanpak van kindermishandeling?
‘Maak gebruik van de kennis die er is en luister goed naar jezelf; naar je niet-pluis-gevoel. Neem die zaken heel serieus. Voel, ruik, zie, luister, vraag door, maak goede afwegingen en zoek ook de verbinding met collega’s of andere experts op dit gebied. Leg jezelf niet op dat jij degene bent die de diagnose moet stellen, voordat je een collega kan raadplegen. Want dat hoeft namelijk helemaal niet. Kindermishandeling is veel vaker een vermoeden. Daarnaast: durf te vertragen. Dat klinkt misschien heel gek, want het thema kindermishandeling roept al gauw het gevoel van urgentie op: we moeten dit kind zo snel mogelijk uit de situatie halen. Maar is dat dan per definitie veiliger voor een kind? Onderzoeken of een kind daadwerkelijk wordt mishandeld, moet je echt gedegen doen. Wat heb je nu écht gezien, gehoord en gevoeld? Blijf toetsen, nadenken en ook praten met collega’s. Onderzoek ook je eigen acties en gedachten als je het vermoeden van kindermishandeling hebt. Waarom doe je iets juist wel of niet? Ben je zuiver in je afweging om niet in te grijpen? Ga je voor het belang van het kind of voor je eigen gevoel van veiligheid? Als je iets nalaat omdat je zelf niet helemaal senang bent met de situatie, dan is dat niet per se verkeerd, maar dan moet je wel hulp inroepen van collega’s of andere experts. Dat heet handelen in het belang van het kind.’
Kijk voor meer informatie over de Week tegen Kindermishandeling op www.weektegenkindermishandeling.nl
Het LECK is het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling. Het LECK is 24/7 bereikbaar voor artsen bij (een vermoeden van) kindermishandeling. Een kinder- en forensisch arts kijken mee, geven advies en duiden medische bevindingen. Bel: 0900-4445444 of kijk op: www.leck.nu
4 nov ’21