Blog Elise van de Putte

Het kindje in de rugzak

Nachtenlang liep ik rond met een kindje op mijn rug. In een rugzak, inclusief beademingsapparaat. En zo sjouwde ik stad en land af. De eerste keer dat ik deze droom had is meer dan vijfentwintig jaar geleden. Ik werkte bij de neonatologie aan de VU, waar een kindje overleed aan schedelhersenletsel. Een baby nog. Die casus deed op de een of andere manier veel met me. Niet lang daarna droomde ik van het kindje bij mij in de rugzak. Een droom die in de loop der jaren bleef terugkomen. Terugkijkend denk ik dat in deze droom verschillende kinderen samenkomen – kinderen die ik tijdens mijn jaren als arts heb zien overlijden en waarbij ik altijd geraakt was.

Bijvoorbeeld het kindje met ademhalingsproblemen, het kindje dat stierf doordat een boom terechtkwam op de auto waarin het zat, het kindje dat stikte in een toverbal – een tóverbal: in mijn fantasie zie ik die bal verkleuren. Stuk voor stuk kindjes die het niet gehaald hebben. Dat ik deze kindjes in mijn dromen meedraag in een rugzakje zegt iets over hoe ik me over ze wil ontfermen; ik wil ze letterlijk bij me houden, en ik wil ze in leven houden, de dood uitstellen met het beademingsapparaat dat ik meedraag.

Ik merk dat het vooral gaat om de kindjes die tijdens de eerste tien jaar van mijn carrière stierven. Later leerde ik om mijn eigen emoties wat meer op afstand te houden. Ik vertel niet veel over mijn werk, thuis niet, op verjaardagen niet. Ik houd het op afstand. Hoe? Dat weet ik eigenlijk niet, maar het is een handige copingstijl, een beschermingsmechanisme dat ervoor zorgt dat ik minder last heb van de dingen die ik als kinderarts meemaak en waardoor ik mijn werk kan blijven doen. Want als iemand pijn voelt, voel ik die ook – een familietrekje.

Dat neemt niet weg dat er af en toe toch nog iets heel hard binnen komt. Ik kan het nog altijd verschrikkelijk vinden als een kindje iets naars overkomt. En ja, dan zijn daar ook de emoties. Nee, die nemen niet de overhand, ik functioneer nog en ik vraag er geen aandacht voor bij de ouders. Ik zorg ervoor dat ik in mijn rol als professional blijf; het is natuurlijk niet de bedoeling dat de ouders in kwestie míj gaan troosten. Toch merken ouders vaak wel dat er bij mij iets gebeurt. Wat fijn dat u liet zien dat u geëmotioneerd was, zeggen ze dan. De tranen in mijn ogen vertellen de ouders dat hun kind ook voor mij van betekenis was.

Ruimte geven aan je eigen emoties als arts vind ik belangrijk. Je maakt namelijk de meest vreselijke dingen mee. Als ik op de radio hoor over een auto-ongeluk waarbij een kind betrokken is, dan denk ik gelijk: hier is een arts bij gehaald en die heeft dit allemaal moeten meemaken, die heeft dit allemaal moeten zien. Het is belangrijk dat we er als collega’s voor die arts in kwestie zijn. Dat we hem of haar steunen en bevragen. Wat heeft dit met jou gedaan? Hoe kijk jij erop terug? Wat betekent dit voor jou? Over je eigen emoties praten en reflecteren helpt, je wordt er een betere dokter van.
Praten helpt ook om dingen in perspectief te kunnen zien, en te kunnen accepteren dat dingen soms fout aflopen, zonder dat je daar iets aan kunt doen. Als medisch professionals hebben we namelijk nogal eens de neiging om alles op onszelf te betrekken. Zo heb ik zelf nog altijd moeite met het kindje dat stierf door die toverbal. Dat het me niet gelukt is om haar te redden, vind ik bijna onacceptabel. Tegelijkertijd weet ik dat we er alles aan gedaan hebben.

Wat me opbeurt in dit soort gevallen is denken aan de mooie momenten in mijn werk. Want zo is het ook: er gaat meer wél dan niet goed. Als ik dat besef, dan denk ik aan de kindjes die opknappen, beter worden, weer naar huis kunnen – een mooi leven tegemoet. Kindjes die niet bij mij in de rugzak hoeven.

Elise van de Putte is een van de oprichters van het LECK, en was tot begin dit jaar voorzitter. Van de Putte is hoogleraar levensloopgeneeskunde en kinderarts sociale pediatrie. In maart 2024 gaat ze met pensioen. Tot die tijd schrijft ze blogs over haar ervaringen bij het LECK.

 

Het LECK is het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling. Het LECK is 24/7 bereikbaar voor artsen bij (een vermoeden van) kindermishandeling. Een kinder- en forensisch arts kijken mee, geven advies en duiden medische bevindingen. Bel: 0900-4445444 of kijk op: www.leck.nu.

5 febr ’24