Als kind twijfelde hij: dokter worden of kok. Zijn oma was daarover heel duidelijk: ‘Jongen, je mag later thuis wél koken, maar niet in mensen snijden. Word dokter, dan heb je thuis je hobby nog.’ En zo geschiedde. Roel Bakx is al meer dan tien jaar kinderchirurg in het Amsterdam UMC en specialiseerde zich in het thema kindermishandeling. ‘Het komt vaker voor dan we denken.’
‘Kinderen zijn kwetsbaar, onschuldig en heel eerlijk; daarom werk ik zo graag met ze’, vertelt Bakx over zijn keuze voor kinderchirurgie. ‘Daarnaast: ze hebben nog een hele toekomst voor zich. Jarenlang dacht ik dat ik oncologisch chirurg zou worden. Tot ik op een dag poli deed, de wachtkamer inkeek en me realiseerde: een deel van deze patiënten is over vijf jaar waarschijnlijk niet meer in leven – ondanks alle zorg en energie die ik aan ze ga geven. Toen ik vervolgens ontdekte wat kinderchirurgie inhield, was de keuze om voor kinderen te gaan makkelijk gemaakt. Als kinderchirurg werk je heel breed. Voor volwassenen is voor ieder deelgebied een chirurg: een vaatchirurg, een oncologisch chirurg, een traumachirurg en noem maar op. Als kinderchirurg doe je eigenlijk alles. En het gaat dus bij kinderen niet om vijf jaar, maar om vele jaren. Ik opereer altijd met het idee: dat wat ik doe, moet minstens vijftig jaar mee gaan.’
Lees hier het volledige artikel
21 nov ’20