Het LECK stelt zo nu en dan drie vragen aan een professional die zich bezighoudt met het thema kindermishandeling. Deze keer bevragen we Saskia Wolt. Zij is kinderarts op het gebied van sociale pediatrie, instructeur bij de kindermishandelingscursus voor kinderartsen (WOKK) bij de Stichting Spoedeisende Hulp bij Kinderen, oud-LECK-arts, en medeauteur van de nieuwe editie van het Medisch Handboek Kindermishandeling.
Van 20 tot en met 26 november is het de Week tegen Kindermishandeling. Waarom is het zo belangrijk dat we zo’n jaarlijkse week hebben?
‘Kindermishandeling is helaas onverminderd aanwezig in onze samenleving; de aantallen kinderen die slachtoffer zijn, blijven hoog. De enige manier om daar verandering in te brengen is het onderwerp blijven belichten. Aandacht houden voor deze problematiek en als professionals onderling bespreken: hoe pakken we dit aan? De Week tegen Kindermishandeling is zo’n week waarin je als arts weer even geattendeerd wordt op het feit dat je ook hiervoor je ogen moet openhouden. Gelukkig is er onder artsen die met kinderen werken steeds meer expertise op het gebied van kindermishandeling, maar het kan uitdagend voelen als je er ook daadwerkelijk in een praktijksituatie mee aan de slag moet. Helpend hierbij is het hebben van kennis over het onderwerp én over de vervolgstappen. Dus: hoe kan ik kindermishandeling herkennen en wat moet ik vervolgens doen? Voor zorgprofessionals die minder thuis zijn in de aanpak van kindermishandeling is de drempel vaak hoger. Thema van dit jaar is: ‘Deel je zorgen. Je staat er niet alleen voor’. Mocht je twijfel hebben over een signaal, of over vervolgstappen, overleg dan met collega’s met meer expertise, de vertrouwensarts of, in geval van letsel, het LECK. Want wat als je een signaal van kindermishandeling gepresenteerd krijgt en dat niet als dusdanig herkent? Denk niet: het is maar één keer, of maar één letsel. We zien als artsen de top van de ijsberg, veel is voor ons onzichtbaar. Neem bij twijfel het signaal serieus, dan kun je de situatie voor het kind veranderen.’
Je schrijft mee aan de nieuwe editie van het Medisch Handboek Kindermishandeling. Kunnen professionals uit dit boek de kennis halen waarover je spreekt?
‘Jazeker! Dit handboek richt zich in de basis op kinder-, jeugd- en forensisch artsen, en is daarnaast een goed naslagwerk voor elke professional die zich in het thema kindermishandeling wil verdiepen en daarbij zorgvuldig en objectief te werk wil gaan. De auteurs zijn afkomstig uit alle disciplines waarmee samengewerkt wordt rondom dit onderwerp. Het beslaat alle vormen van kindermishandeling en gaat in op diagnostiek en aanpak, met aandacht voor recente ontwikkelingen en nieuwe wetenschappelijke inzichten. Ook bespreken we dilemma’s waarmee je als zorgprofessional te maken kunt krijgen en geven we handelingsperspectieven.
Zelf schrijf ik mee aan het hoofdstuk over lichamelijke verwaarlozing, een onderdeel binnen kindermishandeling dat we als kinderarts vaak heel lastig vinden. Bij kindermishandeling denk je al gauw aan zichtbaar fysiek letsel, zoals een blauw oog of een gebroken arm; verwaarlozing is veelal een chronische situatie, veel minder tastbaar dan letsel. Toch zijn er ook hier concrete signalen waarop je kunt letten. Denk aan het achterblijven van groei, een opvallend onverzorgd voorkomen en smetplekken op de huid. Deze signalen kunnen erop duiden dat de ouders tekortschieten in de zorg voor hun kinderen. En verwaarlozing vaststellen is een lastige, want wat is goede zorg, wat is de norm en welke rechten hebben ouders om hierin zelf te kiezen? Mijn tip: blijf weg van een oordeel, maar kijk naar de objectieve bevindingen. Probeer bovendien met de ouders te bespreken hoe zij die bevindingen zien, wat dit betekent voor het kind en vraag wat er nodig is om de situatie te veranderen. Weeg ook altijd de mogelijkheden en de beschikbare middelen van de ouders mee; hebben zij geleerd over een gepaste voeding en zorg? Begrijpen zij voldoende wat hun kind nodig heeft? Hebben ze voldoende financiële mogelijkheden om in de basisbehoeften te voorzien? Je kunt als arts heel goed en zonder oordeel uitleggen wat het kan betekenen als kinderen niet de juiste zorg krijgen.’
Kun je een voorbeeld geven van een geval van verwaarlozing in jouw eigen praktijk?
‘Ik was ooit betrokken bij een meisje van een jaar of twee dat ’s ochtends werd opgenomen vanwege niet wekbaar zijn bij een lage bloedsuiker. Ze had die ochtend rond tien uur nog geen ontbijt gehad omdat moeder nog sliep. Bij peuters komt peuterhypoglycemie wel vaker voor, omdat zij soms minder lang kunnen vasten. Belangrijkste behandeling is voldoende eten voor de nacht en bijtijds ontbijten. Peuters groeien hier meestal overheen. Dit signaal hoeft niet per se verwaarlozing te betekenen. Dit meisje was echter ook ernstig achter in haar ontwikkeling. Door moeders meervoudige eigen problematiek was er een verstoorde interactie ontstaan, en was moeder onvoldoende in staat om haar dochtertje te stimuleren in diens ontwikkeling. De situatie kwam in dit geval voort uit verwaarlozing. Tijdens opname bleek dat het meisje weigerde eten van haar moeder aan te nemen. We hebben er toen, samen met een netwerk aan hulpverleners, en in afstemming met de alleenstaande moeder, voor gezorgd dat het meisje tijdelijk bij grootouders woonde, waar ze zich vlot ontwikkelde en normaal at. Het lukte daarbij om de moeder met intensieve hulpverlening in haar moederrol te ondersteunen, waardoor het meisje uiteindelijk bij haar moeder kon opgroeien.
Dit soort trajecten vergen een lange adem. Als dokter wil je dingen oplossen, en het liefst zo snel mogelijk. Maar zaken waarbij verwaarlozing een rol speelt vragen geduld. Dat is soms best lastig, maar de ervaring leert dat je met stapsgewijs ingrijpen en in samenwerking met de ouders duurzamere oplossingen creëert, waardoor het voor de kinderen op langere termijn veiliger is. Zo lang je met de ouders in gesprek blijft, kun je essentiële stapjes in gang zetten. De kunst is daarbij om de krachten van het gezin zelf te ondersteunen. En soms is het ook gewoon accepteren dat niet je eigen norm, maar “goed” goed genoeg is.’
Het Medisch Handboek Kindermishandeling wordt uitgegeven door Bohn, Stafleu van Loghum en ligt vanaf 8 maart 2024 in de (digitale) boekhandel.
Het LECK is het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling. Het LECK is 24/7 bereikbaar voor artsen bij (een vermoeden van) kindermishandeling. Een kinder- en forensisch arts kijken mee, geven advies en duiden medische bevindingen. Bel: 0900-4445444 of kijk op: www.leck.nu.
16 nov ’23