Het LECK stelt drie vragen aan een professional die zich bezighoudt met het thema kindermishandeling. Deze keer bevragen we forensisch arts Wouter Karst, die betrokken was bij de oprichting van het LECK eind 2014 en, naast zijn functie bij het NFI, nog altijd actief is als LECK-arts.
‘Ik ben er eigenlijk een beetje ingerold. Ik wilde kinderarts worden, maar koos er na mijn studie toch voor om als jeugdarts aan de slag te gaan. Ik werkte bij een GGD, maar dat werk viel me tegen; het was me niet wetenschappelijk genoeg. In 2009 kwam er een plek vrij bij de forensisch polikliniek kindermishandeling en dat leek me de ideale stap om meer wetenschappelijk bezig te zijn. Bovendien vloeide het mooi samen met mijn wens om te werken met kinderen. Daarna heb ik de stap naar het NFI gemaakt, met als aandachtsgebied kinderen. Tijdens mijn werk als jeugdarts heb ik gezien wat het betekent als een kind niet in veiligheid opgroeit. Dat waren de kinderen die uitvielen en problemen kregen op school. Voor mij een grote motivatie om voor deze kinderen iets te willen betekenen.’
‘Vooral op letsels. Een van mijn werkzaamheden vanuit het NFI is letsel-onderzoek doen bij kinderen in acute misbruiksituaties. Dit doen we op verzoek van de politie bij de 16 Centra voor Seksueel Geweld. Tijdens zo’n onderzoek is het heel belangrijk om goed in contact te staan met het kind en het onderzoek zo kindvriendelijk mogelijk uit te voeren. We forceren niks, leggen alles uit, doen het onderzoek in alle rust. Ik wil geen verhalen van het kind zelf horen over wat het heeft meegemaakt en ik kijk ook niet naar eventueel afwijkend gedrag. Daar zijn andere professionals voor. Als forensisch arts ben ik puur op zoek naar letsels en sporen. Tegen het kind praat ik ondertussen over koetjes en kalfjes, over sport en hobby’s. Mijn belangrijkste doel is dat het kind na een onderzoek lachend naar buiten stapt; in 99% van de gevallen lukt dat ook. Kinderen zijn heel goed in staat om dat wat er is gebeurd te scheiden van het onderzoek dat op dat moment plaatsvindt.’
‘Professionals die met kinderen werken, zijn heel gemotiveerd om kindermishandeling adequaat te signaleren. Het grote probleem is echter dat het lastig is om heel zuiver te kijken naar signalen. Als er vermoedens zijn van kindermishandeling, kun je je gemakkelijk laten meeslepen door van alles. Dat heet contextsturing, en uit onderzoek blijkt dat deze sturing ook onbewust plaatsvindt. Mijn tip: welke signalen er ook zijn, blijf er op een zuivere en wetenschappelijke manier naar kijken. Ga op zoek naar objectivering, waar mogelijk zonder kennis van de context. Kun je dit zelf niet, vraag dan een ander om met je mee te kijken – een LECK-arts bijvoorbeeld.’